zaterdag 8 februari 2014

SiTU


SUNDAY MORNING COMPILATION






MAITREYA PREDICTIONS


Student: Why are sunspots black?


Master: They are not spots but holes.


The sun is hollow.






NAUWKEURIGHEID BETEKENT VLUCHTIGHEID













DE ONDERGANG VAN DE LUTINE




WRAK VAN DE LUTINE GEVONDEN? (2008)

HARLINGEN: In de Visserijhaven ligt een kolossaal Belgisch platform, dat door de slepers Anita en Jenny, met ondersteuning van de Barracuda de haven werd binnengesleept. Op het platform wordt apparatuur geplaatst, waaronder een mammoetkraan. Over enkele weken vertrekt het platform (met vier poten van 48 meter) naarTerschelling. Hier zal het project beginnen om te trachten het wrak en de schatten van het in gezonken fregat de Lutine te bergen. De Harlinger tandarts Ane Duijf, die al jaren pogingen heeft gedaan het wrak te lokaliseren, is de projectleider voor deze bijzondere operatie. Duijf is naar eigen zeggen ‘erfelijk belast’ met zijn gedrevenheid naar het onderzoeken van maritiem historische zaken. “Wat wil je, mijn hele familie is altijd maritiem georiënteerd. Tal van voorvaderen waren zeeman. Wanneer ze al een baan op Terschelling hadden, dan waren ze roeier op een reddingsboot… Maar ik doe dit werk ook als een stukje eerbetoon aan al die mensen die daar in die gevaarlijke gronden zijn verdronken … Want over die 270 mensen die bij de ramp met de Lutine omkwamen hoor je tegenwoordig bijna niets. Laat staan over die enige overlevende, die bijna gek is geworden van de doorstane angsten.” (bron: HC).


HARLINGEN HEEFT EEN HISTORISCHE BAND MET DE LUTINE
“ Toen het schip op 9 oktober 1799 in de Westgronden bij Terschelling strandde en verging, was het noorden van ons land bezet door Engelse troepen… De eerste Nederlandse berging vond pas plaats in 1800, toen de Britten zich hadden teruggetrokken. Die berging stond onder toezicht van oud-kapitein A. de Rook uit Harlingen. De Rook was in het dagelijks leven toezichthouder op ’s Lands Werf aan de Zuiderhaven en in latere tijden bekend als Scheepswerf Welgele-gen. Bij de eerste berging door de Nederlanders kwam er heel wat materiaal uit het wrak tevoorschijn, dat nog te gebruiken was. Daaronder waren zeilen, kanonnen en veel touwwerk. Die spullen zijn later op Terschelling door de toenmalige Marine verkocht.” (bron: HC)
De Lutine was een van Frans fregat (lengte 44.2 meter, 32 kanonnen), dat in 1779 in Toulon te water werd gelaten. Op 27 september 1793, terwijl de kanonnen van Napoleon Toulon beschoten, gaven de autoriteiten de Franse Middellandse Zeevloot over aan de Engelsen. Admiraal Hood werd in één klap 52 schepen rijker, waaronder La Lutine.
De ondergang.Nederland werd in 1795 door de Fransen bezet. De ooit zo trotse vloot was vernietigd of in Franse of Engelse handen geraakt. In deze periode werd de Lutine door de Engelse Admiraliteit ingezet als escorte van handels-schepen. In october 1799 kreeg de Lutine opdracht om goud, zilver en muntgeld ter waarde van 1 miljoen 200.000 Engelse ponden van Yarmouth naar Cuxhaven (Duitsland) te vervoeren. Dit geld diende om een financiële crisis in Hamburg te voorkomen en om de Engelse soldaten te betalen, die o.m. in Holland actief waren. In 2007 werd de geldwaarde van het goud, het zilver en het muntgeld geschat op meer dan 81 miljoen Engelse ponden (ruim 100 miljoen euro). In de avond van 9 october 1799 raakte het schip, onder kapitein Lancelot Skynner, in een noord-wester storm verzeild, waardoor het fregat in de Waddenzee terecht kwam en in de buurt van Terschelling op een zandbank strandde. Het schip werd aan stukken gescheurd mede doordat de lading niet goed was gestouwd en slechts één van de 240 bemanningsleden bereikte levend het strand. Drie officieren, waaronder kapitein Skynner, zijn op Vlieland begraven. Ruim tweehonderd verdronken bemanningsleden werden in de buurt van de Brandaris in een massagraf bijgezet.
WAAR LIGT DE LUTINE? De Lutine is vergaan in het IJzergat (tussen Vlieland en Terschelling). Een doorgang die nu geheel is verdwenen. Direct na de schipbreuk verdwenen er al gedeelten van het fregat onder het waddenzand. In 1804 was het uit het zicht verdwenen, om in 1857 en in 1915 tijdelijk aan de oppervlakte te komen.
HET GOUD. Het goud, zilver en muntgeld was verzekerd bij Lloyd’s in Londen en deze heeft de hele claim uitbetaald. De verzekeraar ging daardoor bijna failliet. Diverse pogingen om de lading te bergen liepen op niets uit. In 1814 werden er acht Louis d’or en 7 Spaanse munten opgevist. Het wrak desintegreerde en de gouden en zilveren staven waren zo slecht verpakt, dat ze al snel op de bodem van de Waddenzee terecht kwamen. In 1821 was de Lutine al met een meter zand overdekt, terwijl tot op heden de zandbanken voortdurend in beweging zijn. In 1858 en in de jaren daarna werden ruim 15.000 munten, 41 gouden baren en 66 zilveren baren geborgen. Toch schat Lloyd’s dat nog geen zesde deel van de lading is geborgen.
DE SCHEEPSBEL VAN DE LUTINE. De scheepsbel van de Lutine (inscriptie “St. Jean – 1799”) werd op 17 juli 1858 opgevist. Deze werd uiteindelijk bij de verzekeraar Lloyd’s in London opgehangen. De scheepsbel werd daarna tradi-tioneel geluid bij het bekend worden van de ondergang van een schip (1x) of bij de onverwachte terugkomst (2x). Tijdens de Tweede Wereld-oorlog is de klok alleen geluid na het zinken van de Bismarck. Door een scheur in het metaal kan de scheepsbel alleen bij uitzonderlijke gebeurtenissen worden geluid. In de “Underwriting room” van Lloyd’s in Londen staan ook een tafel en een stoel die van het wrakhout (o.a. het roer) van de Lutine zijn gemaakt. Ook zijn de ankers en enkele kanonnen van de Lutine gevonden. Eén van deze kanonnen staat op de Wadden-promenade in Harns.
EIGENDOM: Schatduiken is tegenwoordig een commerciële onderneming. Regelmatig ontstaan er conflicten over het eigendomsrecht of het vindersloon van dergelijke schatten. In de “Lloyd’s Act” uit 1871 staat vermeld dat bij berging van de rest van de schat van de Lutine, de opbrengsten tussen Lloyd’s en het Nederlandse koningshuis zullen worden verdeeld. Harlinger Duijf heeft bij het begin van het onderzoek in 1990 een contract met Lloyd´s afgesloten, waardoor het duikteam Caranan, waar A. Duijf deel van uitmaakt, de enigen zijn die naar de Lutine mogen duiken. We wensen ze vanaf deze plek goede vangst en behouden vaart.





Philidelphia experiment



WIST U DIT? : UITGAVE SiTU-HARNS; samenstelling Master Klaas

In 1996 verscheen er in de Griekse versie van Playboy een merkwaardig artikel. Tussen de blote dames stond een artikel over het Griekse oorlogsschip de Leon, dat in dat jaar na vijftig jaar trouwe dienst, zal worden gesloopt. De Leon had in het verleden de naam de Aldridge, Een Amerikaanse destroyer uit de Tweede Wereldoorlog. Over dit schip zijn al twee films en tientallen boeken en documentaires verschenen. Op allerlei website wordt het verhaal aangehaald. De Aldridge zou volgens sommigen onderdeel hebben uitgemaakt van een bizar experiment in het najaar van 1943. Albert Einstein werkte bij de Amerikaanse Marine. Zogenaamd om conventionele wapens te ontwikkelen, maar in werkelijkheid werd gezocht naar een mogelijkheid om marineschepen onzichtbaar te maken.

In 1942 werden er door de Duitse U-boote meer dan duizend Geallieerde schepen tot zinken. De slag om de Atlantische Oceaan was op zijn hoogtepunt. De Amerikaanse en Engelse marine was wanhopig op zoek naar middelen om de onderzeeboten effectiever te bestrijden. De U-boote waren veel beter te manoeuvreren dan de Amerikaanse marineschepen. Een speciale klasse destroyers, die door hun korte draaicirkel, de Kriegsmarine de baas werd. De effectieviteit van de U-boote liep sterk terug en het overgrote deel ging verloren. Maar de Amerikaanse marine wenste verder te gaan. Optimaal zou een onzichtbaar schip zijn. Albert Einstein, die voor de marine werkzaam was, werd geraadpleegd, en gevraagd of zijn universele veldtheorie hiervoor kon worden gebruikt. In ieder geval werd er een electro-magnetische installatie getest, die in de destroyer de Aldridge werd gemonteerd. Het schip werd volgebouwd met electrische installaties en generatoren. In oktober 1943 werd deze installatie uitgeprobeerd. Op het moment dat de electrische installatie werd ingeschakeld, verschijnt er een groene gloed om het schip. Deze word snel sterker en het volgende moment is het oorlogsschip verdwenen.
De Aldridge is niet alleen onzichtbaar, het schip is verdwenen (geteleporteerd), om enige tijd later in een andere marinehaven, Norfolk in Virginia, 300 mijl van Philadelphia te verschijnen! Deze aanwezigheid is van korte duur, de groene gloed verschijnt en
de destroyer duikt, schijnbaar ongeschonden in de haven van Philadelphia op. Dit proces herhaalt zich. De onderzoekers aan de wal zijn verbijsterd, ze hebben totaal geen idee wat er is
voorgevallen. Op het schip blijkt het drama nog groter te zijn. De bemanningsleden zijn letterlijk versmolten met het metaal van de Aldridge. De meesten sterven een afschuwelijke dood, de enkele overlevende wordt opgesloten in een krankzinnigengesticht. De gevolgen worden in de doofpot gestopt. Gezien de onbeheersbaarheid werd het door de marine afgeblazen. De Aldridge begon een tweede leven bij de Griekse marine, om uiteindelijk te worden gesloopt.
Bij dit verhaal verbleekt het Manhattanproject. Gelovigen beweren dat het Philadelphiaproject in het geheim is voortgezet (Het Montaukproject, waarover later meer). Welke bewijzen zijn er. Er zijn twee ooggetuigen. Al Bielek, die beweert lid te zijn geweest van het team wetenschappers en technici, dat het Philadelphia-experiment uitvoerde. Een tweede ooggetuige Carlos Castaneda is een geheimzinnig figuur, die het fenomeen vanaf een ander schip aanschouwde. Verdere bewijzen zijn er eigenlijk niet. De bemanning van de Aldridge beweert dat het schip nooit in Philadelphia is geweest of aan dergelijke experimenten heeft deelgenomen. Toch leidt het verhaal een hardnekkig bestaan. Het raakt dan ook aan grensgebieden van teleportatie, telekinese, remote viewing en het reizen in de tijd. Op deze onderdelen richtte zich, volgens de gelovigen het Montaukproject. Deze richtte zich op deze gebieden met opzienbarende resultaten. Het bestaan van dit project wordt door officiële instanties ontkend. Voor adepten een bewijs, dat het project werkelijk heeft bestaan.





Waren de Vikingen Friezen?




793: De Noormannen overvallen het klooster van Lindisfearne (Noord-Engeland). Dit is een begin van bijna drie eeuwen, waarin Europa door deze inwoners van Skandinavië en Denemarken wordt geplunders en geteisterd. Deze gevreesde krijgers en kundige zeelui reikten tot in Parijs, Kiev en de Zwarte Zee. Op de vloer van de Aya Sophia preikt nog steeds een Viking-graffiti: Hastan was hier. Engeland was een belangrijk doel. Eerste richtten de aanvallers zich op kloosters en hun kostbaarheden, maar gaandeweg plunderde men de dorpen en de steden. Alles van waarde (slaven) werd geroofd, maar het ging vooral om zilver. Daar werden bijzondere krachten aan toegeschreven. Deze rooftochten stonden onder leiding van aanvoerders, die een militaire discipline voerden. Sommige invasievloten telden meer dan 300 drakars (Vikingschepen) Hun namen zijn terug te vinden in de Viking-sagen, evenals de heldendaden en ondergang.

In de 9e eeuw trouwt Ragnar, koning in Noorwegen en aanvoerder van een grote vloot. Zijn vrouw vraagt hem om drie dagen te wachten voordat ze het bed zullen delen. Ze had een visioen gehad, dat er dan een mismaakt kind zou worden geboren. Ragnar kan zich echter niet beheersen. Negen maanden later wordt Ivar geboren, die de bijnaam “de Beenloze” zal krijgen. De eerste geschreven versies uit de twaalfde eeuw melden dat Ivar de meest bloeddorstige en sluwe van de Noorse plunderaars was. Zonder benen geboren zou hij op een schild naar het slagveld zijn gedragen. Zijn vader wordt gevangengenomen en in een slangenkuil geworpen. Ivar is nu koning (865 – 879) en hij kalmeert zijn broers, die direct in actie willen komen. Jaren later verslaat Ivar de koning van North-Cumbria. Deze had zijn vader gedood en treft nu een gruwelijke marteldood. Ivar's legers onderwerpen het éne Engelse koninkrijk na het andere en een bezetting van Brittanië door de Vikingen lijkt niet te stuiten.

Invallen van de Noormannen in België, Holland en Friesland.
Saih Nabil is gefascineerd door dit verhaal. Hij lijdt aan een syndroom, waardoor zijn lichaam niet uitgroeit en de botten steeds breekbaarder worden. Hij is 90 centimeter lang, rolstoelafhankelijk en kwetsbaar. Nabil heeft al veel botten gebroken. Zou het mogelijk zijn dat een gehandicapte de Noormannen aanvoerde?

De geschiedenis lijkt tegen hem te pleiten. In het moederland van de Noormannen was het gebruikelijk, dat mismaakte kinderen werden gedood. Zou er een uitzondering worden gemaakt voor een koningskind? Zou een dergelijk kwetsbaar kind de eerste moeilijke jaren overleven. Zijn beste troef is hij eigenlijk zelf; inspirerend, gedreven en verbaal begaafd. Generaals zijn zeldzaam. Ivar's plundertochten waren goed gepland en zijn soldaten gemotiveerd. Saih Nabil is er van overtuigd dat je de bijnaam “Boneless”letterlijk moet nemen, net als later opgetekende levensverhalen Hij haalt daar zichtbaar veel kracht uit. Namen kunnen ook naar andere zaken verwijzen. Een mogelijke uitleg voor Ivar's bijnaam betreft zijn familie. Zijn vader doodde een grote slang en stierf in een slangenkuil, terwijl zijn broer Sigurd de bijnaam “Slangenoog” had. Een slang is geduldig, sluw en slaat met dodelijke kracht toe. Een slang is soepel en heeft geen beenderen. Dit past wonderwel in de rij met slagveldnamen van andere Vikingaanvoerders: de Gruwelijke, de Schedelsplijter e.a. Ivar belandde uiteindelijk in Ierland, stichtte Dublin, waar hij in alle rust in bed overleed.

Atilla was de leider van de Hunnen. Hij werd de gesel gods genoemd, omdat hij tijdens zijn rooftochten niets en niemand ontzag. Hij dwong de Romeinen keer op keer tot het betalen van afkoopsommen en ook de Paus moest zijn veiligheid afkopen. Toen Attila overleed, was het probleem van de Hunnen al snel verdwe-nen. De Hunnen waren geen etnische groep, maar een verzameling roversbenden,
huursoldaten en onterfde prinsen. Zolang Attila hen van goud kon voorzien, vormden ze een eenheid. De Hunnen vielen uiteen en zwierven uit over Europa.

Ivar ronselde zijn bemanningen in de kustplaatsen aan de Noordzee Daar zullen allicht Friese nederzettingen bij zijn geweest. De Friezen stonden bekend om hun vechtlust. Julius Caesar had respect voor hen en lijfde ze liever in dan ze te bestrijden. Ook hier was het leven hard en de uitdaging voor een gemakkelijke buit groot. We kunnen dan ook veronderstellen, dat zich Friezen onder de scheepsbemanningen bevonden. Maar de overeenkomsten gaan echter verder. De Friezen waren en zijn scheepsbouwers en handelaren. Dat waren de Noormannen ook. Beiden gebruikten dezelfde technieken en werktuigen. Archeologische vondsten tonen dat ook in de Frieslanden de typische Vikingschepen (drakar) werden gebouwd. De Friezen werkten zich voor de strijd eerst in een trance, de Noormannen kenden de Beserkers. De wolfmannen. Deze kleedden zich in wolvenvellen en golden als elite-eenheid. Ze waren in het gevecht niet te stuiten. De Noormannen kenden vele koningen, die eigenlijk hereboer waren en onderling strijd leverden. Dit gold ook voor de Frieslanden. De Noormannen tenslotte waren dol op zilver. Dat zijn de Friezen ook, gezien de rijke tradities op dit gebied. Bovenstaande lezende, moet men wel tot de conclusie komen dat menig Viking ook nog eens Fries was. De laatste 'warlord'” Harald wordt in 1066 bij York vernietigend verslagen. De Noormannen lossen op en verdwijnen in de geschiedenis. Maar ze hebben wel hun tekenen achtergelaten. Een prachtig voorbeeld is de fibula (mantelspeld) die in Wijnaldum is gevonden en het vakmanschap van de edelsmeden in die tijd laat zien. In dit dorp is een goudsmid actief geweest en vondsten wijzen op een koninklijk hof. De betekenis van de naam Wynaldum is terug te voeren op 'vriend' en 'heersen'. Maar de naam Harlingen zou wel eens een Viking-oorsprong kunnen hebben en wel: Harald linggi. Toebehorend aan Harald. Het zou historisch wonderwel passen in de toename van de Herlingher handel in de elfde en twaalfde eeuw en de economische groei van de stad, die in 1234 stadsrechten verwierf. De dreiging uit het Noorden was verdwenen. De Noormannen settelden zich en werden handelaar, onder andere in Harns.





HARLINGEN: Een klacht uit de Zuiderstraat en omstreken.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten