DAKLOZENPENSION (TOEKOMST 5)
We lallen in de smalle stegen.
Een
onzekere pas leidt naar ons thuis.
Ontsmettingslucht
verdringt onze dampen.
Bedden
zijn hier vrij van luis.
Ik
niet.
Wie
klaagt er over luizen?
Het
verse braaksel in het toilet,
de
muizen?
Of
was het soms een rat,
die
schaduw in het dagverblijf.
Waar
gesprekken klinken
van
dode mannen.
Over
een dood verleden.
Langzaam
sterven we onze toekomst in.
Bier
in onze handen, op onze adem,
in
ons bloed.
De
bedden zijn hier vrij van vlooien.
Ik
niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten